Als je vandaag naar Oostende kijkt, vergeet je gemakkelijk zijn kosmopolitische geschiedenis; dankzij de eerste koning van België Leopold I heeft zelfs het Russische keizerlijke leger zijn banden in Oostende. Het was Leopold die hier een badplaats in Britse stijl creëerde nadat hij in 1831 de troon van zijn nieuwe natie had ingenomen.
Het was echter zijn zoon, de beruchte Leopold II, die echt de koninklijke stempel op Oostende drukte en hier verschillende grote huizen en monumenten bouwde die geschikt waren voor een koning.
Koning Leopold II, die België regeerde van 1865 tot 1909, bracht bijna evenveel tijd door in Oostende als in zijn hoofdstad Brussel. In zijn kielzog kwamen de goeden en de grote jongens die van Oostende een rivaliserende badplaats van Brighton of Deauville maakten.
Oostende was rijk, druk en toegewijd aan het nastreven van plezier. Tot op de dag van vandaag is het consulaat van Monaco in België gevestigd in de stad, een erfenis van de reisgewoonten van de superrijken die er ooit speelden.
De Eerste Wereldoorlog markeerde het apocalyptische einde van de zorgeloze elegantie van de Belle Époque en maakte een einde aan de dagen van Oostende als internationale badplaats, maar de stad heeft haar aantrekkingskracht op Europese reizigers behouden.
Een luchthaven en jachthaven maakten de stad al snel toegankelijk voor veel meer plaatsen dan traditionele Engelse veerhavens, en verbeterde treinverbindingen vanuit Brussel en het binnenland van België heropende Oostende.
De stad begon al snel tekenen te vertonen dat ze opnieuw een speeltuin in Rivièra-stijl aan de Noordzee werd en weer bloeide.
